Buwaldaburen te Tjerkwerd

0
2941

Dat ook in de ogen van an­deren de Buwalda’s iets voornaams hadden blijkt uit de sinds de achttiende eeuw gangbare naam Jonkershuizen voor een buurschap onder Tjerkwerd, waar zij vandaan komen. De vijf boerderijen van Buwaldaburen.

  • Op stem 25 Maskeboerherne nu bewoond door  Anno Hettinga.
  • Op stem 26 woonde vanaf 1921 de familie Sjoerd Gaastra.
  • Op stem 27 (Buwalda Stapert) woonde vanaf 1920 Durk Galama.
  • Op stem 28 woonde vanaf 1915 het gezin Tjitse Pasma.
  • Op stem 29 dit was de (Hoytinga Stins) vanaf 1660 woonden er de Hoytema ‘s. De laatste bewoners waren Rients Teakes van der Weij. In 1906 werd de Stins afgebroken.

De naam Buwaldaburen wordt voor het eerst genoemd in 1478. De oorsprong van de naam Buwalda is onduidelijk, er bestaat geen zekerheid over de herkomst. Maar hoe het ook zij, de naam Buwalda is in de vijftiende en zestiende eeuw niet de naam voor één boerderij of één familie, maar voor een hele buurtschap, die uit minimaal vier boerderijen bestond. Buwaldeburen bestond uit vijf boerderijen. Het waren de stemmen 26, 27, 28 en 29. Ook stem 25 Maskeboerherne aan de overkant van de Hemdijk, dat door ligging en door eigendomsverhoudingen een nauwe band had met Buwaldaburen, kan bij deze buurtschap gerekend worden. Het land van de vijf boerderijen vormde een aaneengesloten geheel.

De Naam Jonkershuizen
De Jonkers van Jonkershuizen. Waarom deze naamsverandering? De bewoners van Buwaldaburen vonden hun huwelijkspartners vooral in families van kleine hoofdelingen en van eigengeërfden, die, zoals zij zelf, weer met hoofdelingen verwant waren. De Buwaldabuursters hadden daardoor vele “jonkers” in hun familie en onder hun voorouders. Door de huwelijkspolitiek in de zestiende en zeventiende eeuw waren echter allen eigenaar gebruikers van de saten van Buwaldaburen nauw met “jonkers” verwant. Vanaf die tijd ging men de naam Jonkershuizen invoeren. Deze naam is tot heden gebleven.

Stem 29. Links met gracht er om. Tekening van Hoytema Stins uit 1712.

Op 12 mei 1883 komen er wonen de familie Rients Taekes van der Wey, zij komen van de buurtschap “de Kie” onder Greonterp. Op 20 april 1899 wordt het geheel publiek verkocht. In 1900 werd Hoytema Stins afgebroken en de terp afgegraven.

Rond 1903 kocht Dominicus Jittes Flapper een gedeelte land uit de Hoytema Stins. Hij liet daarop een nieuwe boerderij bouwen, deze boerderij kwam dichter bij de Hemdijk te staan. Het  gezin, bestaande uit Dominicus Jittes Flapper gehuwd  met Geertje Hommes Jorna, en hun drie kinderen Johannes geboren 30 november 1870, Anne geboren 16 maart 1873 en Dorothea geboren 25 februari 1875. Een jaar later op 30 juni 1906 overlijdt Douwe Jittes Flapper zijn weduwe blijft er wonen met de zonen Johannes en Anne.

In mei 1914 verlaat Geertje Hommes Jorna de boerderij, zoon Johannes is dan al vertrokken. Dan wordt er boer zoon Anne hij trouwt op 23 mei 1914 met de dienstmeid Anna Huisman, geboren op 17 maart 1893, hij 41 jaar en zij 21 jaar oud. Anna Huisman was al van 1908 dienstmeid bij het gezin. Kan het romantischer. Na het overlijden van beide ouders Anna in 1932 en Anne in 1936 blijven de kinderen Jantje, Dominicus, Geertruida, Suzanna, Regina en Leo er wonen tot mei 1937.

Ik in it net litte en skriuw noch in lyts stikje oer de  húshâlding fan myn freon Leo Flapper. Tante Anna sa wy har neanden wie sa’n leave frou. Wy wiene der graach. Nei har ferstjerren wie Anne Flapper net mear yn steat  lieding oan it bedriuw te jaan, der  kaam der in fêste arbeider op ‘e pleats, dat wie  Bernardus Graafsma  út Blauhús, hy wie noch frijgesel. De  famkes Jantsje en Truke holpen mei it melken, dat wie  fansels neat gjin bysûnders, famkes fan dy leeftiid molken mei op it bedriuw, we moatte net ferjitte dat it midden yn de krisis jierren wie.

Jantsje naam yn 1932 de soarch foar de húshâlding op har. Jantsje wie  wie like leaf foar Leo en foar  ús as har  mem, Leo dy’t noch sa jong wie. In heit dy meast siik op bêd lei. Dominicus  fielde net foar de buorkerij. In opfolger wie der net. En sa kaam it dat it spul yn 1937 ferkocht waard. It hat net oan Jantsje lein die wurke as in arbeider. Ik sjoch Jantsje noch de kij op heljen, mei dongweinen nei it lân riden en leechjen, greppels en wâlen swyljen en operje yn de ûngetiid, Jantsje koe it allegearre.

In  1937 en komen er wonen Gerben Bruinsma en zijn gezin. Later opgevolgd door hun zoon Knilles en Elizabeth Terpstra. In 1984 werd het aan de agrarische bestemming onttrokken en komt de familie Gietema er wonen. Stem 28 Een oude Friese kop hals en romp boerderij. Deze is in 1920 afgebroken en op dezelfde plaats herbouwd. Bewoners de familie Tjitse Pasma, Fokke de Boer nu in gebruik als woonboerderij. Stem 27 in rood het bijbehorende land in geel aangegeven. Mijn ouders woonden er vanaf 1920. Stem 26 in zwart een stelp boerderij vanaf 1920 bewoond door de familie Sjoerd Gaastra.

Stem 27 Buwalda Stapert
Vanaf 1543 tot ongeveer 1826 waren de Buwalda’s, Homminga’s en Donía’s eigenaars en gebruikers. Deze state heet in de volksmond zo, omdat er in de voorgevel van het woonhuis een wapensteen zit gemetseld, met daarop de wapens van Buwalda en Stapert.

Tekening van J. Stellingwerf uit 1724 van ‘Buwalda Stapert’.

In 1724 was deze state bewoond door Juffrouw Sjoukje van Buwalda  Siouckien was een dochter van Ulbe Auckes Homminga en Botke Bottes. Tijdens het maken van de tekening was ze eigenaar van deze ‘stem 27’ op Jonkershuizen. Ze erfde het bedrijf van haar vader.

De naamgevers van deze state waren Ulbe Tiaerts van Buwalda geboren omstreeks 1553 overleed 6 augustus 1606 te Tjerkwerd gehuwd met Bauck Hanses Stapert. Het was hun zoon Saecke Ulbes te Buwalda die de bekende en nog steeds aanwezig wapensteen, liet inmetselen. Overigens is deze wapensteen op de tekening duidelijk te zien, net boven de ingang en voor de  ingang staan twee stoeppalen.

Van 1640 tot 1664 is hij eigenaar gebruiker. Saeckle was ongehuwd. Hij liet in 1640 het Alliantiewapen in metselen. Met dit alliantiewapen wordt het huwelijk van zijn ouders Ulbe Tiaerdts van Bualda en Bauck Hansens Stapert in ere gehouden.

Het alliantie wapen

Wapen Buwalda Stapert.

1. Friese halve adelaar, doorsneden a. in blauw twee gekruiste sleutels van zilver, de baarden omhoog en naar buiten, b, in rood een zilveren hart kruislings doorsto­ken door twee pijlen, de punten omlaag.
2. Helmteken een adelaarskop en hals tussen een vlucht. Door het huwelijk met Bauck Hanses Stapert werd rechts van het wapen van Buwalda, een steigerend paard, afgebeeld op een ruitvormig embleem toegevoegd. De beide helften lopen naar boven ineen en worden bijeengehouden door een ridderhelm, getooid met een zwaan.

De adellijke familie Buwalda stierf begin achttiende eeuw uit. Daarna komen er geen Buwalda’s meer voor op Buwalda Stapert. De volgende bewoners stammen wel af van de Buwalda’s.

  • 1725-1758 – Douwe Andries Donia en Claaske Sipkes Adema.
  • 1758-1779 – Hiltje Douwes Donia geboren in 1732 gedoopt 9 november 1734 in de R.K. Kerk te Blauwhuis.
  • 1780-1826 – Hiltje Douwes Donia en Gerrit Dircks Hollander. Na het overlijden van Gerrit Dircks Hollander hertrouwt Hiltje op 2 december 1780 met Laas Hepkes van der Zee. Geboren in 1740 in Heeg en overleden 7 juni 1826 te Bolsward. Het huwelijk van Hiltje Douwes Donia en Laas Hepkes van der Zee bleef kinderloos.
  • Naar alle waarschijnlijkheid omdat er geen opvolgers waren werd in samenwerkings-verband het bedrijf voortgezet met zijn broer Hyltje Hepkes van der Zee gehuwd 27 januari 1811 met Tjerkjen Jans Taekema. Hyltje was in Napoleons tijd adjunct Maire in de gemeente Tjerkwerd. Er werden 10 kinderen geboren de oudste Hepke Hyltjes werd geboren op 2 maart 1812, deze trouwt op 29 april 1837 met Sybrigje Sybern Bijlsma. Na het overlijden van Sybrigje op 8 oktober 1839 hertrouwde Hepke Hyltjes van der Zee op 20 november 1841 met Baukje Fongers Huitema. Uit het eerste huwelijk werd op 20 april 1839 één zoon Hyltje geboren.
  • 1826-1832 -Eigenaar gebruiker Hyltje Hepkes van der Zee en Tjerkjen Jans Taekema. Hyltje Hepkes overleed 10 Nov. 1827 Tjerkjen Jans Taekema 17 mei 1832. Daarmee kwam een einde aan de verwantschap Bualda’s, Homminga’s en Donia’s.
  • 1832-1845 – Mede-eigenaars gebruikers Erven Hyltjes Hepkes van der Zee en de kinderen Hepke, Trijntje, Antje, Laas, Johannes, Oene, Dirk, en Marijke.Mogelijk waren er verschillende vertrokken, in elk geval Hepke bleef er boer op Buwalda Stapert. In 1845 vertrekt het gezin naar de Nieuwmarkt Café de Beurs in Bolsward.
  • 1844- 1879 – Is eigenaar Ysbrand Klazes Galama en Ytje Jans Siemonsma. De eigenaar Ysbrand Klazes Galama overleed op 24 april 1873 en zijn echtgenote drie weken later op 12 mei 1873. Bij akte van scheiding in 1879 werd de Buwalda Stapert toegewezen aan Ytje Egberts de Jong een kleindochter van Ysbrand Klazes Galama en Ytje Jans Siemonsma. Op 16 september 1908 verkoopt Ytje Egberts de Jong de boerderij met 31.14.90 HA weiland aan de Stichting Coopersburg te Akkrum. Ook de naastgelegen boerderij, waar nu de familie Gaastra woont was ook haar eigendom, en werd gelijktijdig verkocht aan dezelfde Stichting als geldbelegging en zekerheid van haardoelstelling. Bij akte van 11 December1919 verkoopt de Stichting Coopersburg te Akkrum beide boerderijen.
  • 1845-1850 – De eerste gebruikers zijn daarna Johannes Bleeker geboren in 1806, deze woonde er met zijn moeder Trijntje Jans de Boer weduwe van Pieter Jan Bleeker zij verlaten op 12 mei 1850 de boerderij.
  • 1850-1879 – Op 12 mei 1850 komen er wonen Bauke Johannes Siemonsma, geboren op 11 januari 1802 te Ferwoude en trouwde op 15 mei 1825 met Marijke Rinderts Jilders. Bauke overlijd op 4 September 1870. Marijke blijft er wonen met haar kinderen. Op 12 mei 1879 verlaat zij de boerderij en wordt opgevolgd door haar zoon Johannes Baukes Siemonsma.
  • 1879-1894 – Johannes Baukes Siemonsma geboren op 24 december 1827, getrouwd op 26 april 1879 met Nieskje Hessels van der Werf geboren te Tirns op 18 juni 1832 en overleden te Bolsward op 28 mei 1902. Johannes komt te overlijden op 27 februari 1894, Nieskje verlaat dan op 5 mei 1894 Jonkershuizen. Zij hadden geen opvolgers.Op de “bovenste zolder” in het woongedeelte stond in mijn tijd de naam Bauke Siemonsma uitgesneden. Deze balk is bewaard gebleven. Johannes Baukes Siemonsma was secretaris van het R.K.Kerkbestuur van Blauwhuis.

  • 1894-1920 – Op 27 juni 1894 huren Theodorus Sible Westendorp en Wietske Haye’s van der Werf de boerderij. In mei 1920 verlaten zij de boerderij en gaan dan wonen in Blauwhuis. Ook dit echtpaar had geen opvolgers. Theodorus Westendorp was raadslid in de gemeente Wonseradeel. Na het vertrek van Jonkershuizen liet hij in Blauwhuis een nieuw woonhuis bouwen op het grondgebied van de gemeente Wonseradeel. Hij kon daardoor raadslid blijven bij de gemeente Wonseradeel. In 1936 kocht mijn grootmoeder Hitje Galama de Boer het huis met haar twee ongehuwde kinderen IJsbrand en Clasina.
  • 1920-1955 – Op een publieke verkoop op 11 december 1919 koopt mijn vader Durk Jacobs Galama en zijn moeder Hitje Durks de Boer Buwalda Stapert van de Stichting Coopersburg te Akkrum. Mijn vader kocht de boerenhuizingen met 2 percelen weiland groot 6 HA voor f 36.821.80 zijn moeder Hitje de Boer vijf percelen weiland ter grote van 13 HA voor f 38.835.80.
“Myn leaf leaf âldershús”

4 mei 1920 trouwde mijn vader Durk Jacobs Galama met Grietje Sikkes Hettinga. Die zelfde maand werden zij boer op Buwalda Stapert. Zij blijven er boeren tot 12 mei 1955 en zijn er dan precies 35 jaar boer geweest. Later werden nog twee percelen land bijgekocht, één van de percelen huurde hij van Siek Postma boer op Arkum. Het 2e perceel was eigendom van zijn neven Michiel en Anno Galama van Burgwerd die gebruiken het voor jongvee beweiding. Beide percelen behoorden voor 1920 ook bij Buwalda Stapert.

Donker groen kocht mijn vader lichtgroen kocht Hitje de Boer blauw werd eind jaren 30 bijgekocht.

In 1940 verkocht mijn vader de boerderij en land aan de Koninklijke Theodorus Niemeyer BV tabaksfabrikanten en aanverwante artikelen in de stad Groningen. Zij wilden hun kapitaal veilig stellen voor de Duitse bezetter. Bij akte van 2 maart 1950 koopt mijn vader het geheel terug van de firma Theodorus Niemeyer. Hij blijft eigenaar tot 1955 en draagt dan het bedrijf over aan zijn zoon Sikke die in mei van dat jaar trouwde met Teatske Bauke Jorna uit Kubaard.

Alle kinderen, Nelly 16 december 1921, Jappie 28 augustus 1923, Sikke 12 maart 1925, Hedwig 5 mei 1926, Ysbrand 10 januari 1929, Sjoerd 19 februari 1930, Anna 14 mei 1932 en Ciske 5 augustus 1934, werden er geboren.

In de loop van de jaren werden de gebouwen gemoderniseerd en aangepast aan de eisen van de tijd. Het woongedeelte werd in 1957 geheel afgebroken en door een nieuw vervangen. De oude gevelsteen uit 1640 van Buwalda Stapert die tot die tijd altijd in de voorgevel heeft gezeten werd bewaard en opnieuw ingemetseld naast de hoofdingang van het nieuwe woongedeelte.

De oude boerderij met het nieuwe woonhuis.

In 1969 kopen mijn broer Sikke en Teatske Jorna een boerderij in Schettens. Die boerderij was aangepast aan de eisen van die tijd en het land lag gunstig ten opzichte van de gebouwen. Hij verkocht toen Buwalda Stapert aan zijn zwager Tjeerd Haarsma en zijn oudste zus Nellie Galama. De boerderij bleef daardoor in familie bezit.

Het land werd door Tjeerd en Nellie in gebruik genomen en het woongedeelte verhuurd. Van 1969-1972 aan Jan Dijkstra onderwijzer in Tjerkwerd. Van 2-10-1972-15-3-1973 woonden er Jozef Hendriks Pastoor Parochie Blauwhuis met zijn huisgenote Manna. Toen in 1972 in Blauwhuis een nieuwe pastoor werd benoemd, en de pastorie verhuurd was aan de zusters van het Teatskehús en er geen woning in Blauwhuis beschikbaar was voor de pastoor, werd het woongedeelte door de familie Haarsma beschikbaar gesteld voor pastoor Hendriks en Manna.

Over het wonen op de boerderij zegt pastoor Hendriks het volgende. “Ik ben herenboer”. Eigenlijk ben ik de heer en de ander is de boer. Ik zit daar voor in zijn huis te tronen en achter staan veertig koeien. Die afstand naar Blauwhuis is natuurlijk niet zo aardig. Ik moet vaak grote laarzen aantrekken om in de kerk te komen, anders kom je de modder niet uit. Overigens is dat niet zo erg, want dat geldt voor meer mensen. Het voordeel is dat je op deze manier ook wat van de boerderij begint te leren. Ik weet nu wat een vaars en een pink is, maar melken kan ik nog niet”. Daarna zijn Theo Haarsma en Thea Galama er boer geworden.

Bijzonderheden behorende bij Buwalda Stapert
In oktober 2017 heb ik een foto genomen van deze paal. Hij staat bij Cor van Zuiden in Tjerkwerd in de tuin, die heeft hem van mijn zwager Tjeerd Haarsma  gekregen toen die eigenaar werd van Buwalda Stapert. Ik heb bij Tresoar gevaagd naar de herkomst. Het blijkt een heel bijzondere paal te zijn. Waarschijnlijk hoort hij nog bij de adellijke familie Buwalda die in 1600 en later op deze boerderij woonden. Deze paal stond vroeger bij ons in de Jister (Melkplaats) als “rospeal” voor de koeien. De betekenis ervan heb ik nooit geweten.

Stoeppaal
Een stoeppaal is een paal die in vroeger tijden werd gebruikt om de stoep, die particulier bezit was, af te scheiden van de openbare rijweg. Stoeppalen hadden niet de functie om het verkeer te weren, maar om particulier en openbaar gebied te scheiden. Ook heb ik gevraagd naar de ramen op Buwalda Stapert, die op zuidkant van de pronkkamer of “Opkeamer” dichtgemetseld waren.

De stoeppaal.

Vensterbelasting
Belasting op deuren en vensters was ooit een vorm van onroerendgoedbelasting, een directe belasting ingevoerd omdat  het verhogen van de inkomsten belasting niet in goede aarde zou vallen en deze vorm van belastingheffing vrij gemakkelijk was te heffen en te controleren.

In Nederland trad de belasting op deuren en vensters op 1 januari 1812 in werking na de val van de onafhankelijkheid. Napoleon veroverde grote delen van Europa en het Franse belasting stelsel werd ook in Nederland ingevoerd bij keizerlijk Discreet van 21 oktober 1811. Als de ramen op het zuiden werden dicht gemetseld betaalde men minder belasting dan aan de noordkant. Er was veel verzet tegen de nieuwe belasting.

Ontwijken
Als gevolg van de vensterbelasting hebben de burgers veel gedaan om deze belasting  te verminderen. Vensters dicht metselen.  de vorm bleef dan vaak bestaan zoals de raamdrompels. Maar vaak werden de muren witgepleisterd. Dat wij hier te maken hebben met een hele oude geschiedenis blijkt wel uit de bewoners de er gewoond hebben. En dat de vroegere bewoners op een terp woonden.

Dat blijkt wel uit de munten die er in de grond werden gevonden. Rond de bebouwing werd door mijn vader de grond af gegraven en gebruikt voor bemesting van zijn land. Bij het graven werden  toen  munten gevonden. Een aantal  zijn bewaard gebleven er zat ook één gouden munt tussen. Ook zijn er veel scherven van potten en kruiken gevonden. Daaraan werd geen aandacht besteed.  In die tijd werden er geen archeologen bijgehaald.

Merkwaardig was ook de er vijf waterputten waren. Twee die regenwater opvingen van het en drie waren wellen, zij werden door mijn vader allemaal gebruikt.

Samengesteld door J. Y. Galama.

Gegevens uit het Genealogisch jaarboek 1989 van Paul Noomen en het Fries Historisch archief van Tresoar Leeuwarden. André Buwalda Schettens. Site Tjerkwerd.

LAAT EEN REACTIE ACHTER