Op 5 mei 2008 kreeg ik weer een e-mail uit Zweden. Hierin werd aangekondigd dat twee nichten van Justin Gerstner, Leni en Friedel, met een busreis naar Nederland kwamen. Natuurlijk wilden ze naar de Joodse begraafplaats om naar het graf van hun oom te zien in Sneek en als het kon naar Eemswoude om te kijken waar Justin zijn laatste levensdagen had doorgebracht.
Afgesproken werd dat ik de beide dames in Heerenveen van de trein zou halen. (Zij logeerden in Deventer) Eerst zouden we naar Sneek gaan, en daarna naar Eemswoude. Voor de Joodse begraafplaats moest een sleutel geregeld worden. Normaal is het hek van de begraafplaats gesloten en moet je altijd om een sleutel vragen. Ik wist dit omdat ik er al eens eerder geweest was. De begraafplaats ligt trouwens erg verborgen. Van de parkeerplaats voor de sporthal zie je het niet liggen. Alleen is in de straatstenen een Joodse ster aangelegd. Verder had ik ook Sjerp Heeres gebeld en gevraagd of we mochten komen kijken. Dit was gelukkig geen bezwaar.
De vrijdag voordat de beide dames zouden komen heb ik bij een kleindochter van Bauke Buwalda (een dochter van Richtsje Buwalda) Sijke de Boer uit Hartwert een foto van Justin Gerstner opgehaald. Tussen de foto’s van haar overleden moeder zat een kleine foto met daarachterop geschreven ‘Justin Gerstner’ Zij vertelde dat haar moeder regelmatig over Justin alias ‘Lytse Douwe’ sprak; Hoe hij was en wat hij deed op de boerderij.
Een paar dagen voor woensdag de 14 mei hoorde ik via mijn vader dat de broer van Sijke, Fokke de Boer, van zijn moeder veel over ‘Lytse Douwe’ had gehoord. Hij wilde misschien ook daarover iets wel vertellen aan de beide Zweedse dames. Dus hem opgebeld, en een afspraak geregeld tussen hem en de beide dames.
Woensdag 14 mei 2008
Om 9:00 uur stond ik op het perron in Heerenveen om de beide dames op te halen. De trein was mooi op tijd en zodoende waren we 9:30 uur al in Sneek op de begraafplaats. Het hek werd opengemaakt door iemand van de plantsoendienst, men had net de begraafplaats gemaaid, die daar in de buurt aan het werk was en van onze komst op de hoogte was.
Beide dames legden een steen op de grafsteen van Justin. Daar lag ook al een stseen op. Op mijn vraag waarom vertelden ze dat dat een Joodse gewoonte was: Je legt geen bloemen op een graf, maar een steen. Aan een steen kun je niet zien of iemand rijk of arm is, aan bloemen wel. Na een poosje reden we richting Bolsward. Daar hebben we even koffie in hotel de Wynberg gedronken en wat gepraat. Het praten met elkaar ging in het Engels, Duits en wat Nederlands. Na de koffie reden we naar Eemswoude.
Bij de boerderij stonden Sjerp Heeres en Fokke de Boer al te wachten. Fokke de Boer wist van zijn moeder waar het gebeurd was. Als jongen was hij regelmatig bij pake Bauke Buwalda op de boerderij geweest. Het bleek dat Justin Gerstner toen de Duitsers in de buurt waren het land in gevlucht was richting de Wymerts. De vaart van Bolsward naar IJlst.
Toen de Duitsers weer weggingen kwam Justin te vroeg uit zijn schuilplaats vandaan. Dit was onder een ‘Batte’ bij een aanlegsteiger. De Duitsers hadden de gewoonte dat er altijd één soldaat achter de anderen aanliep. Dit is Justin noodlottig geworden.
Ze namen hem gevangen en ondervroegen hem waar hij vandaan kwam. Dit wisten ze niet omdat de schuilplaats wel een kilometer van de boerderij vandaan lag. Maar Justin vertelde niets, even later werd hij dood geschoten. Vanaf de boerderij van Buwalda zag men dit alles gebeuren, maar men kon niets doen om hem te helpen. We zijn met z’n vieren naar de plek toegelopen. Uiteraard was daar niets meer te zien van een schuilplaats of iets dergelijks.
Op de officiële papieren staat dat Justin in Wolsum is overleden, maar volgens mij is deze plek toch echt nog Eemswoude en dus Tsjerkwert. Zijn lichaam is overgebracht naar Wolsum, en daar begraven, en later herbegraven in Sneek op de Joodse begraafplaats.
Na deze toch wel emotionele plek bezocht te hebben zijn we naar Tsjerkwert gereden. Ik heb de beide dames even een stukje van het dorp laten zien. Ook zijn we even bij mijn vader Gerrit Mulder in huis geweest.
Ik moest die middag nog les geven in Emmeloord, daarom moesten we weer terug naar Heerenveen. Daar zijn de beide dames weer op de trein gestapt richting Enschede. De dag daarna gingen ze weer terug naar man en kinderen in Zweden.
Het is toch wonderlijk wat een pagina op een website teweeg kan brengen: Een oom terug vinden na 60 jaar, en dan pas te horen wat er met hem gebeurd is. Het was niet altijd even gemakkelijk om dit verhaal naar Zweden over te brengen. Het overviel hun daar ook behoorlijk heb ik begrepen. Het speet hun vooral dat hun vader nooit heeft geweten wat er met zijn broer gebeurd is. Zijn oudere zuster was in Auschwitz omgekomen. Ik hoop dat het nu zijn plek heeft gevonden in hun gedachten.
p.s. volgens Hylke Feenstra moet de plek toch in Wolsum liggen.
(zie ook verhaal Henk Witteveen)