Vóór negen uur ‘s avonds valt de schemer al in. Geen regen vanavond. Zelfs een aantal heldere plekken aan de lucht in het westen. Het silhouet van de kerk in Tjerkwerd steekt duidelijk hiertegen af. Er is nog wat wind.
Ik loop over het grindpad naar de achterkant van de kerk en ga dicht bij het achterste raam staan. Zo heb ik goed zicht op de dakgoot. Al gauw zie ik boven het middelste raam een vleermuis vanonder de dakgoot wegvliegen, vrijwel onmiddellijk gevolgd door een tweede en derde. Met een zekere regelmaat vliegen steeds meer vleermuizen uit. Niet in groepjes tegelijk, maar soms wel snel achterelkaar. Steeds vanaf hetzelfde punt, zo lijkt het. Dan is het even stil, maar niet lang. Ik hoor scherpe sjirpende geluidjes. De vleermuizen lijken niet omhoog te vliegen over de bomen maar onder de boomkruin door. Een aantal zet onmiddellijk koers naar de vaart, of in de richting van het huis van Mulder. Anderen kiezen (eerst?) een meer zuidelijke koers. Sommigen vliegen een aantal keren dicht langs de dakgoot alsof ze achterblijvers willen oproepen om ook naar buiten te komen. Door de schemer kan ik ze maar kort volgen.
Eerdere observaties toonden aan dat de meervleermuis uit onze kerk gewoonlijk snel de Trekvaart opzoekt om vlak boven het wateroppervlak te vliegen in de richting van Workum of via het Van Panhuyskanaal naar Makkum.
In twintig minuten tijd tel ik 40 à 45 uitvliegende meervleermuizen. Er lijkt vanavond maar één uitvliegpunt te zijn, maar misschien zijn ze al eerder op andere plekken tevoorschijn gekomen.
Te koud?
Als de kerkklok half tien aangeeft lijkt dit het sein voor een uitvliegstop. Ik wacht nog ongeveer een kwartier. Ik zie geen vleermuis meer in de lucht. Het is stil. Ik loop om de half ronde achterkant van de kerk naar de andere raamkant. Geen vleermuis te bekennen. De lichte plekken aan de hemel zijn verdwenen. Ik ga terug naar huis. Het weerbericht van die avond voorspelt een koude nacht met temperaturen van 6 à 7 graden.
Hoe was het in mei?
Begin mei dit jaar stond ik op dezelfde plek. De activiteit van de vleermuizen was toen groter. Er waren meer in de lucht en ze kwamen op verschillende plekken onder de dakgoot vandaan. Het weer was toen ook beter: minder koud en nat. Zelfs uit twee kasten die in 2002 speciaal voor vleermuizen in bomen waren gehangen kwamen ze. Waren dit mannetjes die niet op de kerkzolder werden geduld, of was het gewoon een ander soort?
Een zwoele nazomeravond halverwege september
Zaterdagavond 15 september loop ik nog eens naar de kerk. Het is niet koud. Een jas is niet nodig. Een T-shirt volstaat. Het is al na half negen. De lucht is helder. Een prachtige nazomeravond. Ik ben benieuwd of er nog vleermuizen zijn. Dat lijkt in eerste instantie niet zo te zijn, althans ik zie ze niet. Toch wacht ik nog even, voortdurend langs de dakgoot kijkend. Ineens vliegt er één weg van het punt waar ik ze ook op 30 augustus waarnam. ‘Er zijn dus nog meervleermuizen’, denk ik. Blijkbaar zijn ze (nog) niet allemaal vertrokken naar hun winterslaapgebieden. Er vliegen ook twee redelijk laag om mij heen, maar of dat meervleermuizen zijn? Misschien laatvliegers of een ander soort? Kenners zouden me dit vast kunnen vertellen.
Het blijft vervolgens stil, zonder beweging in de lucht. Na een minuut of vijf zie ik weer een vleermuis vertrekken. Opnieuw rust. Waarschijnlijk mis je, door een lichte onachtzaamheid, of doordat je je te veel richt op één punt, het uitvliegen van de nachtdieren. In de twintig tot vijfentwintig minuten die ik bij de kerk doorbreng tel ik een achttal uitvliegers.
Vrijdag 22 september
Er vallen enkele lichte regendruppels als het omstreeks acht uur schemerig wordt. De zon gaat vuurrood onder. Er hangt een donkere wolk boven Tjerkwerd. Regen komt er echter nauwelijks uit.
Ik besluit nog eens naar de kerk te lopen. Ik blijf er ongeveer drie kwartier. Al gauw zie ik een viertal vleermuizen rondvliegen tussen kerk en bomen. Soms vliegt er één naar de dakgoot van de kerk. Waarschijnlijk zijn dit geen meervleermuizen. Ik kijk geconcentreerd omhoog langs de dakgoot. Geen vleermuis komt onder de dakgoot vandaan. Na drie kwartier heb ik nog steeds niet één geteld. Zullen ze echt vertrokken zijn naar hun winterslaapplekken? Het lijkt erop.
Dan begint het opnieuw licht te regenen. Ik loop terug naar huis. De thermometer wijst nog 20 graden aan.
Anne de Vries