Lessen over onze voorvaderen

0
988

Arkum – ,,Prachtich no, allinnich sa’n kaart al. Dêr kinst tiden nei sjen.” – ,,Man, ik fyn kaarten altiten sa moai.” Jan Wyger Aarts en Jan Klaren uit Parrega staan met hun neus op de hoogte- en bodemkaarten van Fryslân van verschillende periodes in de geschiedenis, die in Arkum aan de buitenwand van de keet van de archeologen hangen. In Arkum hielden de archeologen zaterdag open dag. De terp waar ze al twee weken opgravingen doen heeft al heel wat schatten aan informatie en scherven opgeleverd. Je ziet een spinsteentje, weefgewichten, botten en kiezen van vee, scherven van aardewerk uit de Late IJzertijd (200-0 voor Christus) en uit de Romeinse tijd (0-300 n.Chr.), waarin de vingerafdrukken van de pottenbakker nog te zien zijn.

De terp is eigenlijk in archeologenjargon een ‘podium’, een relatief kleine opwerping waarop één huis kon staan. Het is een ‘sleutelsite’, een opgravingslocatie waar belangrijke informatie in te winnen is over de vroegere bewoning van Fryslân, waar hiaten in de kennis opgevuld worden. Hier in het weiland naast boerderij Arkum 4 is onder meer een veenlaag te zien. Provinciaal archeoloog Gilles de Langen laat zich vandaag ook bijpraten op de locatie. Hij volgt de ontwikkelingen dagelijks, maar het is pas de tweede keer dat hij kans ziet op locatie poolshoogte te nemen. ,,Vroeger dachten we dat de rand van het veengebied veel zuidelijker lag. Daarna zijn we gaan vermoeden dat die noordelijker moest liggen, en vervolgens was het afwachten tot we een keer ergens konden gaan boren om dat vermoeden te bevestigen.”

Die kans kwam toen de boer besloot een nieuwe schuur te bouwen. Wettelijk moet daar dan eerst archeologisch onderzoek plaatsvinden. De Langen: ,,Op basis van onze modellen zeiden we direct: daar móéten we naartoe. Uit de eerste boringen bleek al dat er een veenlaag zit. Toen gingen alle bellen af dat we hier een gouden kans hadden.” Want hier, in het schijnbaar onbeduidende buurtschap Arkum bij Tjerkwerd, kan ook geconcludeerd worden dat de oude Friezen niet alleen op de klei hebben gewoond en slechts hier en daar ook op het veen – zoals vroeger werd aangenomen – maar dat de bewoning van het (rand)veengebied veel grootschaliger en langduriger was. ,,Die veenbewoning vormde toentertijd dus een essentieel onderdeel van de economie: je kunt landbouw bedrijven op veen, maar het ook als brandstof gebruiken. Er moet een economische wisselwerking geweest zijn”, vermoedt De Langen.

Paalrot
Bovendien kunnen we ook veel leren van het toenmalige landschapsbeheer. Als je op het veen woont, moet je in het landschap ingrijpen. Er moet drainage komen. Het veen klinkt in, dus verschijnselen als paalrot moeten er tweeduizend jaar geleden ook al geweest zijn. In de bodemlagen in Arkum is ook te zien dat er na het veen verschillende natuurlijke kleilagen zijn afgezet. ,,We zien hier dat als mensen op het veen zitten, ze van tijd tot tijd de overstromende zee moeten toelaten. Een vraag die wij willen proberen te beantwoorden is: wat deden de mensen in de strijd tegen de zee totdat ze wegtrokken en die kleilagen ontstonden? Hebben ze hun bedrijfsvoering aangepast? Want je moet niet in plotselinge rampen denken, maar in processen van eeuwen. Tot in de middeleeuwen zie je dat steeds die zee weer opkomt, totdat men dijken is gaan bouwen en de omslag komt van een natuur- naar een cultuurlandschap.”

Tientallen gasten
Het bevalt De Langen dat er zoveel belangstelling is op de open dag; voortdurend zijn er tientallen gasten op het terrein die rondgeleid willen worden en met laarzen de zware kleimodder trotseren. ,,Mensen willen graag weten wat de geschiedenis van hun omgeving is. Om dat aan het publiek te kunnen tonen, moet je veel opgravingen doen.” Maar dat kost geld. In Arkum werken de provincie en de gemeente Súdwest-Fryslân samen met de Rijksuniversiteit Groningen. De Langen wil de banden met de universiteit aanhalen om vaker zo’n samenwerking te doen. ,,Anders kunnen we het niet betalen. En je ziet dat dit echt iets voor hen is: zij willen het graag vertellen, ook al is het op hun vrije dag.” Hylke Koopmans uit Parrega helpt als vrijwilliger mee op de site. Hij spoelt vele kilo’s afgegraven grond uit, om bodemvondsten veilig te stellen. ,,Ik ben hobby-archeoloog”, verklaart de 21-jarige hbo-student land- en watermanagement. ,,Ik zoek vaak met de metaaldetector, en dan rol je eigenlijk vanzelf hierin. Ik vind het mooi dat het nu eens in de buurt is en ik een beetje kan helpen.”

Jan Bremer uit Workum volgt met belangstelling de rondleiding. ,,Ast fan skiednis hâldst is dit moai wurk no. Ik tink wolris: soene dy minsken harsels realiseard hawwe dat twatûzen jier letter minsken hjir omstrune, om te sjen wêr’t en hoe’t sy wenne ha? En miskien jildt dat ek wer foar ús.”

Friesch Dagblad – Regio – maandag, 30 januari 2012
Wybe Fraanje

LAAT EEN REACTIE ACHTER