Titel: Een nieuw geslacht Buwalda….
Krant: Leeuwarder Courant
Datum: 4 april 1959
Schrijver: W. Tsj. Vleer
Niemand wilde erven en zo ontstond….
Een nieuw geslacht Buwalda, alleen doordat Reijner Jans boerderij kreeg.
In het jaar 1941 zijn aan 679 Buwalda’s in Nederland een persoonsbewijs uitgerijkt, zo kunnen we nagaan bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Deze Buwalda’s waren allemaal van Friese afkomst, ofschoon de meesten in “Holland” woonachtig waren. De Buwalda’s zijn niet allen aan elkaar verwant, want zij behoren niet tot een stam.
Er is een familie, die de bakermat had in Burgwerd bij Bolsward en een stam uit Dokkum, die uiteindelijk ook in de omgeving van Dokkum ontsproot. Want beide stammen hebben de naam te danken aan een boerderij beoosten Tjerkwerd, in het buurtschap Jonkershuizen, die reeds eeuwenlang de naam “Bualda” droeg, d.w.z. “Buwe-woude”. Dan was er nog een middeleeuwse familie Buwalda, die uitgestorven is, maar de oorzaak was van een romantische geschiedenis, welke vooraf is gegaan aan de vorming van het Burgwerder Buwaldageslacht. Hille Gatzes en zijn dochters Deze middeleeuwse familie kon als “voornaam” doorgaan. Ofschoon niet rechtstreeks adel, was zij wel verwant aan de adel.
Omstreeks 1500 trouwde Abbe Gerckes Bualda met Tryn Harinxma, een dochter van Agge Harinxma. Via een Gatze Abbes en een Sierck Gatzes treffen we Hille Siersks Bualda aan, die omstreeks 1580 trouwde met een Oenema dochter en de kinderen uit dat huwelijk trouwden stuk voor stuk met partners van adellijke huize, zodat men zich kan afvragen waar in die dagen de grens tussen adel en niet-adel in Friesland lag…. Een zoon daarvan, Gatze Hilles Bualda, was substituut-ontvanger van Wonseradeel en gehuwd met Bauck Douwes Beintema en uit dit huwelijk werd Hille Gatzes Buwalda geboren in het jaar 1641. Hille Gatzes erfde van zijn vader de boerderij “Bualda-state”, groot 104 p.m., volgens het stemcohier plaats 28 onder Tjerkwerd.
Aangenomen mag worden, dat hij, behalve de boerderij, ook wel iets anders van zijn oude lui geërfd zal hebben. Maar Hille was een liefhebber van de borrel en dat zal er wel toe hebben bijgedragen, dat zijn financiële positie tijdens zijn leven er niet beter op werd. Hij trouwde omstreeks 1665 met Jesel Hessels IJpma, evenals hijzelf uit een rooms-katholieke familie. Uit dit huwelijk is een dochter Baukje geboren. Maar Hille Gatzes had ook nog een verhouding met de dienstbode Adriaantje Dirks gehad, en daaruit was een dochter Marijke geboren.
Toen Hilles vrouw Jessel overleden was wilde Baukje niet meer bij haar vader thuis komen. De verhouding was zo slecht, dat zij noch in gesprek, noch in stukken de naam van haar vader wenste te noemen, omdat die het volgens haar zeggen met andere vrouwen hield. Zij trouwde met een protestantse student, Bernardus Collee uit Franeker. Marijke, die wel bij haar vader thuiskwam en blijkbaar zo’n beetje de plaats van moeder Jessel had ingenomen, kon haar vader niet via een rijk huwelijk uit de financiële perikelen helpen: zij zag zich gedwongen te trouwen met de Bolswarder schoenmaker Jan Ypes.
Op zoek naar erfgenamen. Toen Hille Bualda ziek werd en zijn einde voelde naderen, wilde hij een testament laten maken. Hij wilde n.l. niet dat Baukje alles zou erven. Eerst vroeg hij zijn oomzegger Sierck Ypes Bualda om erfgenaam te worden, doch die voelde er niet voor en maakte zich er mee af door te zeggen dat Baukje de enige erfgename moest zijn. Daarna werd Gerben Reiners Sippens gevraagd, een ver familielid, maar ook die was er niet voor te vinden. Tenslotte kwam hij bij de rekenmeester Reijner Jans in Burgwerd terecht, bij wie hij toch al dik in het krijt stond. Reijner voelde er wel voor en zo werd op 8 oktober 1686 bij een notaris in Bolsward het testament opgemaakt, waarbij Reijner Jans voor zeven parten, Baukje voor vier parten en Marijke voor een part erfgenaam werden van Hille Gatzes Bualda. Na het overlijden van Hille werd het testament bekend.
Baukje was woedend en begon een proces. Ook Marijke was verre van tevreden en haar man, de schoenmaker Jan Ypes, ging als een bezetene te keer. Hij had tenminste het grootste part van de erfenis verwacht. Nog tijdens dit proces stierf de erfgenaam Reijner Jans, zodat diens vrouw Claeske Reins, de verdere verdediging moest voeren. De uitspraak was teleurstellend voor Baukje, want zij werd in het ongelijk gesteld en daarmee was Reiner Jans weduwe voor het grootste deel eigenaresse van Bualda-state. Later kocht zij nog het deel van Baukje er bij en ook Marijkes deel verhuisde naar Burgwerd. De weduwe was boerin in Burgwerd, waar haar zoon, Jan Reiners, later ook boer, ontvanger en kerkvoogd was. het was een protestante familie, die weldra opgang maakte, want een dochter trouwde met Adrianus Grons, mederechter van Wonseradeel, een onechte zoon van Willem van Velsen, burgemeester van Bolsward en Antje Arriens. Deze laatste was een dochter van Arien Buwes en Janke Jacobs, zuster van de Friese dichter Gysbert Japicx.
De kinderen van Reijner Jans en Claaske Reins vinden we vermeld met de naam Buwalda, terwijl zij ook een wapen Buwalda voeren, dat een variant was op het oude wapen uit de familie van Hille Gatzes. Hier blijkt weer uit, dat ook in Friesland wapens vaak meer bij de naam dan bij de familie behoorden, een aspect waardoor het recht om een familiewapen te voeren geheel anders wordt….. Van de familie Hille Gatzes Bualda zijn een vier familiewapens bekend, waarvan een met een rood hart op een zilveren veld, doorboord met twee gouden naar beneden gerichte pijlen.
De andere drie wapens laten gevarieerd de halve adelaar, een doorboord hart en twee gekruiste sleutels zien. Doch Jan Reijners Buwalda te Burgwerd, wiens wapen voorkomt op een wapenbord in de Hervormde kerk aldaar, voerde op een veld van zilver een hart van rood, doorboort met twee omhoog gerichte pijlen van goud en komende uit het hart een hoofd van goud. Dit hoofd had blijkbaar betrekking op de “nieuwe” Buwalda’s. Zo ontstond een geslacht Buwalda, dat nimmer op de boerderij van die naam woonde en niet verwant was aan het oude geslacht. Maar nu weet u, dat deze familie haar oorsprong vond in een bijna middeleeuwse romantische geschiedenis.
Geschreven door W. Tsj. Vleer
Dinsdag 1 november 2005