Gratis bijspijkeren

0
992
de Babuurster Molen en het aanpalende Polderhúske,

De kennis van het fenomeen waterschap is niet bijster groot onder stemgerechtigde burgers en buitenlui. Zelfs onder de nieuwste lichting kandidaat-volmachten is nog wel zending te bedrijven. Wie met het oog op de komende waterschapsverkiezingen aan bijspijkeren toe is, kan bij de 72-jarige Pier Zijsling in de leer. gratis nog wel.

Door Willem Altena.

DE MARE dat Pier Zijsling op woensdag- en zaterdagmiddagen rondleidingen voor kiezers en aankomend waterschapbestuurders houdt, loopt in Friesland kennelijk nog niet zo hard. Het bleef gistermiddag bij de Babuurster Molen en het aanpalende Polderhúske, pal onder de rook van Tjerkwerd, althans akelig stil. “It moat gewoan noch wat fierder bekend wurde”, meent Zijsling. “Dan komme de minsken fansels wol.”

Polderhuske

 

 

 

 

 

 

 

Enige kennis van de waterhuishouding in eigen plaats, regio en nog verder weg is van belang voor iedereen. Een elk, of die nu een flatje huurt of grootgrondbezitter is, betaalt waterschapslasten. Alleen al uit dat oogpunt bekeken verdient het volgens Zijsling, rustend boer maar nog watervlug, alle aanbeveling om zich enigermate de materie eigen te maken. Wie betaalt, bepaalt, per slot van rekening.

Waterschappen mogen nog zoveel vlugschriften en brochures over eigen
wel en wee verspreiden, een bezoekje aan het Polderhúske is voor de goege-
meente minstens zo leerzaam. Op de vloer van het vroegere molenaarshuis
staan allerlei attributen en materialen uitgestald die bij het keren, en het soms weer inlaten, van het water zijn gebruikt.

De wanden hangen vol met foto’s, kaarten en plattegronden, veelal door Zijsling zelf gemaakt. Aan het plafond heeft hij een mini-planetarium hangen, inclusief een op topsnelheid rond suizende maan die met de zon voor de altijd voortgaande getijdebeweging op de aarde zorgt. Zijsling praat leemtes in de  waterstaatkundige en zelfs astrologische kennis van de visite graag en met verstand van zaken vol. Het educatieve aspect hebben Zijsling en zijn trouwe compagnon Cees Posthuma in het privé-museumpje zonder -een-cent-subsidie hoog in het vaandel staan. Hun mooiste rondleidingen zijn dan ook die met scholieren. Voor de brugklassers van het Bolswarder Marne College is een uurtje aanschouwelijk onderricht aan de Baburen alweer enkele jaren vaste prik.

Pier Zijsling
Mini-planetarium.

Bij buitenlands bezoek aan de in 1882 opgetrokken en nog altijd werkzame watermolen-met-woning kunnen Zijsling en Posthuma zich koest houden. Een druk op de knop van de bandrecorder – een cadeautje van het toenmalige waterschap It Marnelân bij de overdracht in 1990 van molen en Polderhúske aan stichting De Fryske Mole voor f1,- is voldoende. Ze kunnen kiezen uit een Franse, Spaanse, Duitse, Engelse en Roemeense tekst, accentloos én kosteloos op de band gezet door studenten van de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden. Praten over beheer en beheersing van het water is vooral ook kijken naar vroeger. Polders vallen nu eenmaal niet vanzelf droog. En een dijk is geen natuurverschijnsel, zoals een enkele dazige buitenlandse bezoeker door Zijsling in een olijke bui wijs te maken is. “We ha it yn dizze omkriten oer de twatûzen jier striid hân tsjin en fansels ek foar it wetter, constateert Zijsling. “It is ûnfoarstelber hoefolle wurk der letterlik fersetten is. It measte ek noch mei-it skepke.”

Maar ook de laatste decennia is er rond de Friese boezem bergen werk verzet. Wat te denken van de ruilverkavelingen en niet te vergeten de voortdurende schaalvergroting van de waterschappen. Op zijn meest telde deze provincie er liefst vierhonderd stuks, nu zijn het er nog maar vijf. Volgens sommigen nog te veel, maar volgens Zijsling juist te weinig. Hij had het liever bij de laatste elf gehouden, om wille van het bewaren van het directe contact tussen ingeland en – waterschapshuis.

Een historische misser vindt hij het modieuze milieugedoe met venen en moerasgebieden. “In soad miggen, en it fersmoarget it wetter yn it kultuerlân”, zegt hij. Kijk bijvoorbeeld naar het zich verbreidende bitterzoetplantje dat in aardappelteeltgebieden bruinrot veroorzaakt als boeren het gewasland met slootwater beregenen. “De tiid fan woest en ledig ha wy hân. Wy moatte it no netsjes hâlde. As de lju it net leauwe wolle, moatte se hjir fral ris lâns komme. Dan kinne se it sjèn!”

LAAT EEN REACTIE ACHTER