Hier volgt het verhaal van de familie Cahais. Hoe een Franse dominee in Wolsum en Tjerkwerd terecht kwam. Het verhaal is geschreven door Gerben Posthumus, aan gevuld met recente gevonden gegevens.
Toen Lodewijk XIV het edict van Nantes herriep in 1685 – Dit edict gaf de protestanten in Frankrijk meer vrijheid om hun Godsdienst uit te oefenen – vertrokken veel Franse protestanten (hugenoten) het land, wel meer dan 1 miljoen! Sommigen kwamen in Nederland, dat immers protestants was, en sloten zich vaak aan bij de Waalse kerk.
Samuel Cahais vertrok in 1686 uit het Franse plaatsje Villiers – le Bel ten noorden van Parijs samen met zijn broer en ouders. Hij kwam in Engeland terecht, maar daar was het moeilijk om aan werk te komen. In 1695 komt hij in Den Haag, bij zijn oom in de leer om het bakkersvak te leren. Daarna is hij bakkersknecht in Londen van 1700 tot 1709, maar hij wordt daar genoodzaakt matroos te worden. Bij de belegering van Barcelona verliest hij de twee voorste leden van de middelste vinger van de linkerhand. Hij krijgt daarvoor een pensioen van 10 pond sterling.
Omstreeks 1710 vertrek hij naar Leeuwarden en wordt meester bakker in dienst van “Syn Hoogheit” Jan Willem Friso, stadhouder van Friesland. Daar ontmoet hij een andere Hugenote, Susanna Ragouin. Deze was op 3 oktober 1688 in de Waalse Kerk te Leeuwarden gedoopt. Haar ouders waren Jacques Ragouter en Anne Harniser, beide geboortig uit Sedan. Haar vader was ooit een vermaard schrijnwerker en ook in dienst van de stadhouder. Op 6 juli 1713 trouwen Samuel en Susanne, natuurlijk in de Waalse Kerk te Leeuwarden.
Tot 1721 bleef hij aan het hof, maar dan krijgt hij het burgerrecht en begint zelf een nieuwe bakkerij in de Begijnestraat. Het gaat hen aanvankelijk heel goed. Zij krijgen vier kinderen: Samuel, Jacob, Isaac en Susanne. Samuel beschrijft omstreeks 1785 de verdere belevenissen van het gezin. Ik laat het droevige verhaal hier gedeeltelijk volgen: Op 22 maart 1723 is onze waarde moeder op den 9 dag van haar kraam, tot zeer groote droefheid van de famille overleden (oud ongeveer 33 jaar). Na dien ongelukkigen tijd gingen mijns vaders huiselijke zaken gans niet voordelig. Tot 5 maanden na mijn moeders dood, mijn vader na eene siekte van weynige dagen dit tijdelijke met het eeuwige ook verwisselde.
Nu kunt gijlieden begrijpen, in wat allerellendigste toestand sig ons huisgezin bevond! Vier weezen sonder voorraad, vonds of capitaal. Er was geen tijd geweest om het stichten van een keurige en kostbare bakkerij als dit was, te boven te koomen. In plaats van voorlijk was al veel achterlijke staat. Dit stelle te rondborstiger neder om U.L. te doen sien, hoe God de Heer sig allesins betoont te sijn een vader der weezen en hoe het Hem in Sijne aanbiddelijke voorzienigheid behaagde, Ons zulk een man als oom Toussaint over te houden. Denwelken onser arme weesen terstond aannam, terwijl – zal ik het seggen? – ik het zeer wel weet, hoe jong ik ook was, er eene vrij groote dischrippantie was in de familie, verkreeg hij, dien braven oom, door des zelfs voorsprake, dat ik U.L. vader en mijn broeder Jacobus in het Borger weeshuis werden aangenomen. De twee jongste kinderen Isaac en zuster Susanne werden in het gezin van Toussaint opgenomen.
Isaac Cahais predikant te Wolsum en Westhem
De kinderen zijn blijkbaar flink en o.a. Isaac krijgt gelegenheid op kosten van oom Toussaint aan de hogeschool te Franeker te studeren en predikant te worden. En waar wordt hij geroepen? U zult het haast niet geloven! In Wolsum en Westhem! Hij wordt bevestigd op 25 oktober 1744. Hoewel hij gedoopt is in de Waalse kerk te Leeuwarden, wordt hij dus Ned. Herv, predikant. De kerk te Wolsum. waarín Ds. Isaac Cahais is bevestigd, is een andere dan de nu bestaande. Het zal een kerk met een zadeldaktoren zijn geweest. In 1867 werd deze kerk afgebroken en vervangen door de tegenwoordige. 0p 21 maart 1745 trouwt de nieuwe dominee met Lipkjen Buma van Leeuwarden (geboren 7 januari 1725) een dochter van een hoedenmaker. Zij gaan wonen in de pastorie, maar ook niet de tegenwoordige, want ook die is pas ca. 1864 gebouwd. Zij krijgen er kinderen, o.a. Samuel (geboren te Wolsum 15 maart 1746), Henrica Susanne (2 oktober 1747), Maria Magdalena en Isaac (geboren 19 oktober 1751 , later predikant o.a. te Oosterwolde).
De Dominee blijft 40 jaar predikant in Wolsum en sterft op 13 – 8 – 1785 “door een overval minder dan in een ogenblik, in volle gezondheid anderszins weggerukt, derwijl hij met de zijnen in een stigtende zamenspraak met veel opgewektheid bezig was.”
Samuel Cahais, predikant in Tjerkwerd
Ondertussen is zijn zoon, Samuel Cahais, ook predikant geworden, eerst in ldsegahuizen (1770) en in 1771 in Tjerkwerd. In het trouwboek van de kerkelijke gemeente van Tjerkwerd staat: 17 Mei 1772 zijn na drie voorgaande Zondaagse proclematiën op vertoning der attestatie van Leeuwarden in den huwelijken staat ingesegend Ds. Samuel Cahais, pastor loci met de Juffr. Froukje van der Meer van Leeuwarden. Froukjen is op 7 oktober 1753 te Leeuwarden geboren. Zij is dus nog maar 18 jaar oud,als zij de pastorie te Tjerkwerd betrekt. Het huwelijk blijkt vruchtbaar te zijn.
Naderhand beschrijft hij zijn leven en vermeldt daarin o.m. De billijke wensch van jonggehuwden en gelukkige echtgenoten om kinderen te verwekken, bleek ten onzen opzigt wel altijd onvervuld, maar het ontbrak ons daarom niet aan bijzondere genoegens. Wat een eerlijke, openhartige bekentenis! In deze tijd willen sommigen het wel doen voorstaan, alsof de Christenen van vroeger – door hen meest smalend Calvinisten genoemd – intiem verkeer tussen aan en vrouw alleen geoorloofd achtten als middel om kinderen te krijgen. Groter onzin is moeilijk te bedenken. Zij waren ook volbloed mensen. Ds. Isaac Cahais getuigt er van op zo’n openhartige en toen ongetwijfeld weinig voorkomende wijze. Ook onze voorzaten was niets menselijks vreemd. Maar zij wisten wel even beter, dat op dit gebied normen heersen, dan velen in de moderne tijd! Dit moest ik even kwijt. Ik keer nu weer terug tot het beschrijven van de belevenissen van domininee Samuel Cahais en domineeske Froukjen in de pastorie te Tjerkwerd.
Kinderen
1. Isaac (1773) die later dominee wordt in Lutkewierum, Witmarsum en Arum (trouwt met Louise Romar).
2. Fritia (1774) Dat moet wel de naam van Froukjens moeder zijn. Hoe heet nu die moeder? Froukjen is de dochter van een beurtschipper uit Wommels Sjoerd Lieuwens van der Meer en diens vrouw Frietzen Alles Dat is m.i. een mooie Friese naam. Volgens het woordenboek van voornamen van Dr. J. van der Schaar hangt ze samen met de naam: Frederik.
De ouders oordeelden blijkbaar, dat deze naam niet paste in het kader van de andere namen en maakten er Fritis van. Ze trouwt jong, nog geen 18 jaar oud te Lutkewierum met Wijbrandus Odolphi (op 6 septemher l795) , ontvanger van ‘s Rijksbelastingen (geboren te Herbayum ca.1770). Hij is een zoon vsn Ds. Pibo Odolphi, o.a. predikant te Workum en Theodora Johanna Elisabeth Brouwer. Wijbrandus en Fritia krijgen 4 kinderen. Wijbrandus overlijdt op 23 oktober 1846 te Oosterend. Zijn vrouw Fritia is hem al 20 jaar voorgegaan. Zij overlijdt l2 augustus l826 te Hennaard (49 jaar oud) ,na weínige, doch hevige koortsen.
3. Philippus wordt in 1776 geboren hij wordt 21 jaar en sterft aan “Bloedspuwing”.
4. Maria Magdalena 1778 trouwt met een dominee.
5. Sjoerd 1780 Hij wordt maar een maand oud. Dat betekent dat hij al in 1780 (december) begraven is. Hij zal het kind “naast haar” in het graf zijn. Froukjen was zwanger toen ze op 10 maart 1784 te Tjerkwerd overleed (30 jaar).
Na dit familie drama vertrekt Ds. Samuel Cahais uit Tjerkwerd en gaat naar Britswerd (1785)
Hij hertrouwd met zijn nicht Susanna Cahais in 1787 ( zij leefd van 1756-1827) Ze krijgen nog twee kinderen Samuel 1788 (rijkskassier te Sneek) en Gerardus Magnus in 1789 die zilversmid werd en adjudant-ijker te Leeuwarden – een betrouwbaar man dus. Samuel Cahais overleed in Britwerd op 15 jan 1794 “ Hij was een zorgdragende vader, een ijverig en getrouw leraar en in de classis een waardig en geacht medebroeder!”
Op de steen van Froukje zijn letters weggekapt – net als op de wapens van de andere stenen. De titels van adel of “vrouwe” en “heer” paste niet in de tijd van Patriotten en Franse overheersing. In 1796 werden alle “trotse titels” verwijderd – zo ook bij Froukje’s graf – maar het drama werd er niet minder om.
Gerben Posthumus