Predikanten deel 2

0
1839
haan

Hieronder een beschrijving van de Predikanten van de St. Petrus te Tjerkwerd.

1580 – 1592 Ds. Jarich Nicolai
De eerste predikant na de reformatie. Was den 6 Mei 1589 lid der Synode als ouderling , doch zonder dat zijne plaats uitgedrukt wordt; wellicht was hij hier , althans zeker 25 julij, ook nog in 1591 , en toen lid der Synode als ouderling ; hij is vertrokken naar de Joure. Tjerkwerd vormde samen Greonterp één gemeente.

± 1595 – 1579 Ds. Godefridus Sopingius.(1573-1615)
Geboren in het Oostfriese Weener, volgde Latijnse school in Utrecht, studeerde sedert 1589 in Franeker. Twee broers van hem waren eveneens predikant. Huwde een predikantsdochter. Stond in Tjerkwerd (1596), Schettens c.a. (1597-1603) en te Bolsward (1604-1615).  Schreef in het album van K. Pontanus een latijnsch gedicht.

Ds. Sopingius was een belangrijk  man in de classis Bolsward; in 1611 werd hij als kandidaat namens de classis genoemd voor de nationale synode. Zijn broer Christiaan werd te Warmond als remonstrants predikant afgezet. De vader, Nicolaus Sopingius (ca. 1545-1592) was eveneens predikant te Weener en Greetsiel, Leeuwarden 1578, Utrecht 1579-1580, alwaar door magistraat afgezet, en Breda, 1590

Grafsteen Martinikerk te Bolsward

Anno 1615 Den 20 M… /
Is gesturven de ….. ……../
en welgeleerden …………/
Sopingius Gestorwe Dienaer des /
Gotlicken Woordts ……….. ero /
sterven is mijn Gewin /

Een schild aan een tak. Een drie regelig opschrift uitgesleten.
Ds. G. Sopingius, als cand. te Tjerkwerd ca 1596, pred. te Schraard 1600, te Bolsward 1603. Werd in 1614 beroepen als Hoogleraar te Franeker, maar moest dit afzeggen omdat de gemeenteraad hem geen toestemming gaf.

Hij was getrouwd met Rixt Bernardi, dochter van Ds. Henricus Bernardi (zie hieronder). Zij kregen twee kinderen die allebeide jong overleden. 

1600  Ds. Johannes Biltsius
In “Romein’s “Naamlijst der predikanten in de Ned. Herv. gemeenten van Friesland staat het volgende: Joh. Bilt of Biltius is ontzet van zijn dienst wegens „bijligginge van sijn dienstmeyt.” De Deputati Synocli hadden hem voorloopig tot Paschen geschorst (Zie: Acta Deput. Syn. 14 Febr. 1633).

De Synode zette hem definitief af. Hoewel in 1633 afgezet wegens onzedelijkheid, was hij toch in 1638 reeds weer Praeses van het College van Synodale Deputate.
Kwam in 1603 in Workum (beroepen van Warns), in 1633 door het lot aan Bolsward toegewezen, stond in 1635 in Heerenveen.
Van hem is een 700 pagina’s tellend folio-handschrift bewaard gebleven tegen de menisten. met wier voorganger Rippert Eenkes hij in de jaren 1605-1607 disputeerde. Het stadsbestuur dwong de beide voorgangers hun opvattingen op schrift te stellen. De Gedeputeerde Staten en Johannes Bogerman onder- zochten deze schriftelijke neerslag van hun disputeer-woede. De titel van Biltius’ verhandeling beslaat bijna een pagina druks. De toonzetting is die van een gereformeerd predikant. Hoezo durft de meniste vermaner zich te presenteren als predikant van de verenigde doopsgezinde ge- meenten? Het was immers ‘den gaer gesochte secten, die van andere sijn affgedaen. ende met allerleije religioonsscuym versaemelt ende daarom van die gesintheden, die den uwe afgedaen hebben, met die samdelijeke naam van dreckwagen geteeckent’. Biltius’ standpunt ten aanzien van de Gedeputeerden is ondubbelzinnig. Hij doet een beroep op de ‘uytnemende volcoment- heden, wonderlijcke wijsheytsgaven, voorsichticheyt. religionsliefde. yver voor des Heeren huys, godtsalicheyt, macht ende gerechticheyt van Gedeputeerden’. Die Gedeputeerden moesten maatregelen nemen tegen het kwaad der menisten en de wet des Heren handhanen. Duidelijk is ook zijn visie op de bestaande godsdienstige pluriformiteit: ‘Eenige ongeachte ende niet ge- wnooch  bekende vergaderingen oevergegaen sijnde, als oock mede den Atheisten ende Politicque die er vele syn ende noch meer worden met die dageliexsehe twistingen ende kivagien om der religiën voortgebroet, syn er int stuck van religiën drie perten: 1. Papisten. 2. Mennisten ofte Werdooperen. welcke nieuwelkicxs opgeworpen ende naederhandt in veel secten versceurt. yder onder syn opperbysscop gaer gesocht, yder in haere wooningen, als boulyeden aen Babel, oock een den anderen niet conende verstaen, tot heeser keelen thoe roepen: hier is des Heeren tempel, die een: ende: daer is des Heeren tempel, die ander: hier is Christus, die een: ende: daer is Christus. die ander. 3. Reformeerden. Hoe het debat verder is afgelopen is niet bekend. Biltius heeft de vreugde gesmaakt dat de bouw van een vermaning in 1608 werd verboden.”‘ 
1601 tot 1612 Ds. Henricus Bernardi van Berkel
Stond  van 1585 in Goutum – Zwichum, daarna  in 1598/99 naar Warns-Scharl. Zou hier in 1599 zijn afgezet en werd in Tjerkwerd beroepen, en op attest van de klassis van Leeuwarden bij de klassis van Bolsward en Workum aangenomen en goedgekeurd den 18 mei.In 1604 waren er nieuwe moeilijkheden met hem, daat een besluit van klassis van Leeuwarden, aangaande de destitutie van hem, door ‘t colegie werd geapprobeerd, en de gemeente Tjerkwerd werd geordoneerd , binnen 3 weken een andere dienaar te verkiezen , den 14 November 1604; dit vonnis schijnt weldra gemitigeerd1 te zijn want volgens de grafsteen overleed hij hier als predikant den 10 junij 1612 , oud 79 jaren , nadat hij 48 jaar predikant geweest was.  Begraven te Tjerkwerd

Diende in de Roomse kerk van 1564 als vicarius te Bedum, was in 1585 in Goutum-Zwichum, Verroepen naar Warns en Scharl in ‘t laatst van 1598 of begin 1599.

Hij werd bij’t hof van Friesland aangesproken van Claes ten Boer, Ontvanger der contributiën van de Ommelanden, als Curator itris, over Swane Henrici voor haar zelven, en mede als rechthebende voor Geertruid, Jans dochter, haar noeder. Als hebbende cv voor omtrent 20 of 19 jaren, toen hij vicarius in Bedum was, voorz. Geertruid beslapen etc. – en hoewel hij haar behoorde te trakteren als een vader toekomt, en voorts als cessie hebbende van haar moeder, te betalen 19 jaar kostpenningen: tot 20 Gld. ‘s jaars, en voor haar defloratie, kraamgeld 500 Gld, waartegen hij protesteerde, op grond, dat zoo Swane zijn dochter was, zoude de moeder haar overlange wel aan hem gepresenteerd hebben. Bij sententie van den 26 October 1594, werd zij verklaart zijne natuurlijke dochter te wezen, en hij gecondemneerd aan haar ‘t recht hebbende van Geertrud Jans ter zake van haar defloratie en kraamkosten te betalen 140 Carolus Guldens, sondewr wijdens, doch cum exp.   

1 gemitigeerd = verzacht , gematigd, verlicht

Een kwart van alle predikanten die als eerste voorganger in een stad of dorp stond, werd afgezet of was verwikkeld in een tuchtzaak. In de classis Sneek was zelfs een derde van de predikanten voor 1600 in een tuchtzaak verwikkeld. De voormalige vicaris van Bedum. ds. Henricus Bernardi van Berkel, kan dit percentage nog verhogen. Viermaal trad hij in Friesland aan als eerste predikant in een kerkefijke gemeente; viermaal werd hij afgezet. In Rinsumageest werd hij in 1582 verwijderd. Na ingrijpen van Gedeputeerde Staten, de synode en een deurwaarder werd hij na vele problematische jaren in Goutum en Swichum afgezet wegens beschuldiging van moord en echtbreuk; ook in de combinatie Warns en Scharl werd hij verwijderd. Tenslotte werd hij in Tjerkwerd afgezet. De synode vond Van Berkels zonden daarom zo erg, omdat die ‘door hem ock na verlatinghe dess pausdooms eertijts ijn Groningerlant begaen waren!

1614 tot 1625 Ds. Joh. Serapius
Is geapprobeerd den 7 maart en is overleden in het laatst van 1625 of begin van 1626. Het opschrift van zijn grafsteen is door de tijd onleesbaar geworden. Begraven te Tjerkwerd. Tjerkwerd vormt vanaf nu één gemeente met Dedgum.

1626 tot 1644 Fokko Teijens
Is beroepen van Twijzel geapprobeerd op 4 september overleden op 30 april 1644. Begraven te Tjerkwerd.

1645 tot 1678 Ds. Abraham Walsweer
Geboren te Franeker. Had twee broers Domenicus (Deinum) en Matthias (Exmorra) die ook Dominee waren. Zijn vader ,Cornelius Dominici, was kleermaker en wachtmeester te Franekeren, en collator van Onze Lieve Vrouwe ter Noodleen. Van 1631-1645 predikant te Idzegahuizum en Piaam, geapprobeerd en gedimitteerd  den 4 maart, en overleden volgens grafsteen den 7 julij 1678 , oud 74 jaren.

In 1654 kwam hij in conflict met synode; Hij zou goederen ontvreemd hebben uit het huis van  familie in Bolsward. Hij trouwde (o.a.?) met een dochter van een lommertbaas. (Veel gemeenteleden vonden dat maar niks. ) In 1660 loopt zijn vrouw bij hem weg.

1679 tot 1685 Johannes Jacobus Munkerus
Geboren te Makkinga zoon van Joh. Jac. Munkerus, broeder van  Georg. Munkerus te Beetgum en Thomas rector te Delft, is als kandidaat bevestigd den 11 Mei, verroepen naar Wijnjeterp  en gedimitteerd den 4 Mei 1685. Overleed daar in 1720.

Hij is op 29 april 1683 in Tjerkwerd gehuwd met Baukje Domna uit Dronrijp. Kinderen:
1) Aukje Munkerus, ged. 27 jan 1684 te Tjerkwerd (Fr)
2) Aukje Munkerus, ged. 28 jun 1685 te Wijnjeterp (Fr)
3) Johannes Jacobus Munkerus, ged. 4 jun 1693 te Wijnjeterp (Fr)
4) Jacobus Munkerus, ged. 12 nov 1697 te Wijnjeterp (Fr) 5) Philippus Munkerus, ged. 25 nov 1701 te Wijnjeterp (Fr)

1685 tot 1745  Ds. Jacobus Ecoma
Geboren te Harlingen, is als kandidaat geapprobeerd den 2 November , in 1625 genomineerd tot veldprediker, en overleden aan kanker aan den lip den 19 April 1745, in den ouderdom van 90 jaren min 2 dagen. Zijn zoon N. Ecoma  is als predikant te Oosterhout overleden in 1754, en zijn kleinzoon Jac. Joh. overleed te Made en Drimmelen in 1772. Begraven te Tjerkwerd.

1745 tot 1770 Ds. Arnoldus Nieuwenhuis
Deed beroepen van Wons zijn intreede den 24 September en, verroepen naar Winsum c.a. zijn afscheid den 7 October 1770. Werd emeritus in April 1796 en overleden te Baard den 19 October 1798 ruim 79 jaren.

1771 tot 1785 Ds. Samuel Cahais

Ds. S. Cahais was een kleinzoon van een uit Frankrijk gevluchte Hugonoot. Zoon van Isaac, en broer van Isaac Cahais. beroepen van Idsegahuizen, zijn intreerede den 28 April en, verroepen naar Britswerd, zijn afscheid den 12 junij 1785.

NR 42 cahais
Cahais.

In het Fries Museum vinden we een olieverfschilderij op paneel, nl. het portret van Isaâk Samuëlzoon Ca­hais geb. te Tjerkwerd 1775 en over­leden te Arum in 1842. Ook van zijn vrouw Maria Louise Romar, beide geschilderd door C. Wester. Zijn vrouw Froukje van der Meer ligt in de st.Petrus begraven:

Hier ligt begraven Froukje van der Meer. Echtgenoote van L.Cahai, leeraar deser gemeente. Gestorven den 10 Maart 1784 in’t 30 ste jaar haares Ouderdoms. Moeder van 4 in leven zijnde kinderen, terwijl een vijfde naast haar, en een zesde in haar. Zij kregen 5 kinderen in Tjerkwerd. Na dit familie drama vertrok Cahais naar Britswerd.

 

1785 tot 1810 Ds. Gerrit Putting
Zoon van Obbe Putting deed beroepen van Exmorra zijn intreerede den 7 Augustus en overleed den 17 Novenber 1810.Begraven te Tjerkwerd. Stond voor Exmorra in Pingjum.

1811 tot 1853 Ds. Wijtzo Winsemius
Geboren te Suawoude begin 1783. Zoon van Sijbr. Winsemius deed , beroepen van Molkwerum, zijn intreerede den 7 Julij, en stierf 16 Maart 1853. Begraven te Tjerkwerd.

LAAT EEN REACTIE ACHTER